Schapendrijven en regels
Schapendrijven als wedstrijdsport is ontstaan
uit het dagelijks werk met border collies op de (schapen)boerderij.
En zoals het dikwijls gaat, werd 's avonds in de kroeg flink
opgeschept over de prestaties van de honden. Zo ontstond het idee om
in wedstrijden de bekwaamheid van de honden te vergelijken.
Een
wedstrijd schapendrijven bestaat uit 7 onderdelen en wordt meestal
afgewerkt met 4 of 5 schapen
1. De outrun :
Tijdens een
wedstrijd worden de schapen op het veld gezet op een afstand van de
handler en zijn hond de afstand kan variëren tussen 100 en 500 meter
afhankelijk van de klasse waarin gelopen wordt.
De outrun is het
vertrek van de hond bij zijn baas waarbij de hond met een grote boog
tot achter de schapen lloopt.
De jury geeft maximaal 20 punten voor
de manier waarop de hond tot achter de schapen loopt.
2. De lift
:
Nadat de hond achter de schapen is geraakt, moet hij de
schapen in beweging brengen.
Dit onderdeel noemen we de 'lift' en
wordt maximaal met 10 punten beloond.
3. De fetch :
Nu is
het de bedoeling dat de hond de schapen in een rechte lijn naar de
handler brengt.
Hierbij moeten ze ongeveer in het midden van het
terrein door de zogenoemde 'fetchpoort' lopen. Dit zijn 2 hekken die 6
meter van elkaar staan.
De 20 punten van dit onderdeel worden
toegekend voor de looplijnen, de controle van de hond op de schapen,
de manier van werken van de hond en natuurlijk het al dan niet correct
passeren door de fetchpoort.
De fetch is afgelopen nadat de schapen
achter de handler gepasseerd zijn.
4. De drive :
Tijdens
de drive moet de hond de schapen schuin naar links of rechts
(opgegeven door de jury) wegdrijven naar drivepoort 1. Dit zijn weer 2
hekken met 6 meter tussenruimte die tussen de 70 en de 250 meter van
de handler staan.
Van drivepoort 1 moet het dan naar drivepoort 2
die helemaal aan de andere kant van het terrein staat.
Van
drivepoort 2 moeten de schapen naar de sheddingring gebracht worden
voor het volgende onderdeel.
De drive wordt net als de fetch
beoordeeld op looplijnen, het passeren van de poorten,
de controle
van de hond over de schapen en de manier van werken. Hier zijn echter
wel 30 punten te verdienen (of te verliezen).
5. De shedding :
Zodra de schapen in de sheddingring zijn aangekomen (cirkel met
diameter van 32 meter)
moeten de schapen in 2 groepen gesplitst
worden en moet 1 van die groepjes onder controle gehouden worden. Dit
alles moet binnen de sheddingring gebeuren.
Vanaf dit onderdeel mag
de handler zijn plaats verlaten en de hond bijstaan.
Er zijn 10
punten te verdienen.
6. De pen :
Nu is het de bedoeling
dat de hond de schapen in een hok drijft. De handler moet het hok zelf
gaan openen en sluiten zonder daarbij de schapen aan te raken. (ook de
poort mag de schapen niet raken).
Tot slot moet de hond de schapen
opnieuw uit de pen halen om op weg te gaan naar het volgende
onderdeel. (10 punten).
7. De single :
Dit onderdeel komt
enkel voor tijdens klasse III wedstrijden. Het is de bedoeling om één
schaap af te zonderen van de rest zonder daarbij een schaap aan te
raken.
Ook de single moet uitgevoerd worden in de sheddingring. (10
punten) Tijdens grote wedstrijden (zoals de 'Continental') kan daar
ook nog een 'look back' bijkomen.
Tijdens de uitvoering wordt er
dan een tweede groep schapen op het terrein gebracht.
De hond moet
dan zijn eerste schapen achterlaten en die tweede groep gaan ophalen
en samenvoegen met de eerste groep.
Andere vormen van
wedstrijden in het schapendrijven zijn het 'Hollands parcours' een
soort hindernissenparcours en de 'brace', een parcours dat met
meerdere honden gelijktijdig wordt afgelegd. Zij zijn echter weinig of
niet bekend.